Afgelopen zondag ging over het gedeelte van het Onze Vader waarin we bidden:
“Want van U is het koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid in eeuwigheid. Amen.”
Peter benoemde dat de meeste geleerden ervanuit gaan dat deze lofprijzing/ doxologie later is toegevoegd, omdat het niet in alle (belangrijke) manuscripten voorkomt. Tegelijk was en is het wel gebruikelijk om een joods gebed met een lofprijzing af te sluiten. In 1 Kronieken 29 lezen we een doxologie uitgesproken door David.
Lees 1 Kronieken 29:10-19
[10] Toen loofde David de HEER, ten aanhoren van de hele gemeenschap. Hij zei: ‘Geprezen bent U, HEER, God van onze voorvader Israël, voor altijd en eeuwig. [11] U, HEER, bent groots en machtig, vol luister, roem en majesteit. Alles in de hemel en op aarde behoort U toe, HEER, U bezit het koningschap en de heerschappij. [12] Roem en rijkdom zijn van U afkomstig, U heerst over alles. In uw hand liggen macht en kracht besloten, U beslist wie groot en machtig is. [13] Daarom danken wij U, onze God, en prijzen wij uw luisterrijke naam. [14] Wat ben ik, en wat is mijn volk, dat wij in staat zijn gebleken zoveel kostbaarheden af te staan? Alles is van U afkomstig, en wat wij U schenken komt uit uw hand. [15] Net als al onze voorouders zijn wij slechts vreemdelingen die als gasten bij U verblijven, ons bestaan op aarde is als een schaduw, zonder enige zekerheid. [16] HEER, onze God, al deze rijkdom, die we bijeengebracht hebben om voor U een tempel te bouwen voor uw heilige naam, komt uit uw hand en is voor U bestemd. [17] Ik weet, mijn God, dat U de harten van de mensen beproeft en oprechtheid verlangt. Welnu, uit de oprechtheid van mijn hart heb ik U dit alles geschonken, en ook uw volk, dat hier bijeen is, heb ik zijn bijdrage met vreugde zien schenken. [18] HEER, God van onze voorouders Abraham, Isaak en Israël, houd zulke gedachten en verlangens voor altijd levend bij uw volk, laat hun hart op U gericht zijn. [19] Geef ook dat mijn zoon Salomo met volle toewijding uw geboden, bepalingen en wetten naleeft en alles in het werk stelt om de tempelburcht te bouwen waarvoor ik de voorbereidingen heb getroffen.’
- Wat lees je in dit gedeelte over God?
- Wat lees je in dit gedeelte over mensen?
De afgelopen weken stonden we stil bij het Onze Vader, gelezen in Mattheüs 6.
Mattheüs 6 (NBV):
[9] Bid daarom als volgt: Onze Vader in de hemel, laat uw naam geheiligd worden,
[10] laat uw koninkrijk komen, laat uw wil gedaan worden op aarde zoals in de hemel.
[11] Geef ons vandaag het brood dat wij nodig hebben.
[12] Vergeef ons onze schulden, zoals ook wij vergeven wie ons iets schuldig is.
[13] En breng ons niet in beproeving, maar red ons van het kwaad.
[Want aan U behoort het koningschap, de macht en de majesteit, in eeuwigheid. Amen.]
- Welke dingen over God en over mensen in 1 Kronieken 29 hoor je ook terug in het Onze Vader?