• Neem bij de start kort de tijd om tot jezelf te komen; hoe ben je aangeschoven? Open voor ontmoeting? Of voelt het meer als moeten?
• Vervolg de ontmoeting met gebed. Maak ruimte om (in een moment van stilte) God te vertellen hoe je erbij zit en hoe Hij je kan helpen met een open hart en houding deel te nemen.

• Wat is je favoriete eten?
• Houd je meer van koken (of dat er voor je gekookt wordt)?

Bespreek met elkaar de volgende vragen:

• Is er een verschil tussen oordelen en veroordelen?
  • Zo ja, leg eens uit?

• Kijkend naar je eigen dagen: waarin merk je zelf dat je oordeelt?
  • Wat doet dat met jou?
  • Wat doet dat met hoe je omgaat met de ander?
  • Hoe is het voor je als jij veroordeeld wordt door een ander?
• Wat maakt dat slechte dingen over iemand zeggen als oordelen wordt beschouwd denk je?

In zijn brief zie je dat Jakobus zich op meerdere momenten laat inspireren door de Bergrede. Ook dit stuk over oordelen is daardoor geïnspireerd.  Lees Mattheüs 7:1-5, waar Jezus praat over oordelen:

Matteüs 7:1-5 (NBV)
[1] Oordeel niet, opdat er niet over jullie geoordeeld wordt. [2] Want op grond van het oordeel dat je velt, zal over jou geoordeeld worden, en met de maat waarmee je meet, zal jou de maat genomen worden. [3] Waarom kijk je naar de splinter in het oog van je broeder of zuster, terwijl je de balk in je eigen oog niet opmerkt? [4] Hoe kun je tegen hen zeggen: “Laat mij de splinter uit je oog verwijderen,” zolang je nog een balk in je eigen oog hebt? [5] Huichelaar, verwijder eerst de balk uit je eigen oog, pas dan zul je scherp genoeg zien om de splinter uit het oog van je broeder of zuster te verwijderen.

Wij hebben wel eens de neiging om onszelf op een andere manier te oordelen dan een ander. Bijvoorbeeld: als iemand anders door een rood stoplicht rijdt, is hij een roekeloos rijder. Tjonge, wat een idioot! Maar wanneer je zelf door rood rijdt, is er snel een excuus klaar. ‘Hij ging ook zo snel op rood, ik had geen tijd.’ etc.

• Wat lees je in het gedeelte over de splinter en de balk over oordelen?
  • Heb jij altijd goed zicht op waarom iemand iets kiest of doet?
  • Mag je van Jezus nu wel of niet oordelen? Zie vers 5.
    
    
• Wat betekent het om eerst de balk uit je eigen oog te halen voordat je iemand helpt zijn splinter te verwijderen?
  • Hoe ziet dit er concreet uit denken jullie?
  • Kunnen we elkaar hiermee helpen? Hoe?

Het kan best lastig zijn om te bepalen wanneer het goed (wijs) is om een broeder of zuster ergens op aan te spreken en wanneer je dat beter niet kunt doen. Of om aangesproken te worden door iemand op wat jij kiest of doet. Gelukkig hoeven we hier niet alleen in te staan:

Jakobus 1:5 (NBV) zegt: [5] Komt een van u wijsheid tekort? Vraag God erom en Hij, die aan iedereen geeft, zonder voorbehoud en zonder verwijt, zal u wijsheid geven.

• Op welke manier kan Gods wijsheid je hierbij helpen?